- opschuiven
- {{opschuiven}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [opschikken om plaats te maken] se pousser2 [m.b.t. gebeurtenissen, verplaatst worden] être remis à plus tardII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [in een richting schuiven] pousser2 [uitstellen] remettre♦voorbeelden:1 schuif die boeken eens op • pousse ces livres un peu2 een oordeel opschuiven • réserver un jugement
Deens-Russisch woordenboek. 2015.